Doorgelicht

Rwandese intelligentie - Ubwenge (volgens rwandese studenten)

rwanda_batwakind
rwanda_batwamoeder
rwanda_batwamoeder

Een van de belangrijkste waarden voor de Rwandees, volgens de Rwandese studenten, is de zelfbeheersing, de controle van zijn gevoelens en emoties. Dat wil niet zeggen dat de Rwandees gevoelloos zou zijn, maar hij weet emoties te beheersen: vreugde en droefheid, liefde en haat, angst , dit alles blijft onder de oppervlakte, hij doet naar zijn vijand net zo vriendelijk als naar zijn vriend. Zijn spontaniteit weten te onderdrukken is een zaak van zelfrespect. Als men de Rwandees iets vraagt over een zaak waar hij veel van afweet, zal hij zeggen dat hij er niet mee bekend is zolang hij de vragensteller niet kent en de bedoeling die hij met zijn vraag heeft: hij zal om de pot heendraaien , maar niks wezenlijks zeggen. Iemand die alles meteen zegt wat in hem opkomt, wordt geminacht. Dit zelfbeheerste optreden wordt hogelijk gewaardeerd als intelligent. Het Kinyarwanda woord is  “ubwenge”, en het betreft een centrale notie in de Rwandese cultuur.
De betekenis is ook veel breder dan de vertaling  “intelligentie” zou doen vermoeden en omvat begrippen als wijsheid, slimheid, sluwheid, schranderheid, bedachtzaamheid en omzichtigheid. Het is de capaciteit het heelal te doorgronden, zich een gefundeerd oordeel te vormen over mensen en gebeurtenissen . 


Het vermogen om zich heen een netwerk van voordeel brengende sociale relaties te spinnen,  vernuft in het manipuleren van mensen en situaties om maar alle mogelijke persoonlijke voordelen uit te trekken kortom het is de kunst van slagen en heersen.
De studenten beschrijven de Rwandese ubwenge in scherpe bewoordingen die in onze oren zelfs veelal een negatieve klank hebben. Het omvat alle middelen die men maar op een handige manier gebruiken kan om ongenade te voorkomen en te verkrijgen wat men begeert.


Woorden als sluwheid, hypocrisie, leugenachtigheid en intriges zijn en vormen de bodem van de Rwandese intelligentie. Het gaat er de Rwandees om zich voortdurend ingedekt te houden tegen allerlei onprettige eventualiteiten. Daarom zal hij ook nooit iets met volstrekte zekerheid beloven. Afhankelijk van de omstandigheden houdt hij zich altijd recht voor terug te komen op een eens gegeven woord of een eens genomen beslissing.
In de grond is de Rwandees uiterst sceptisch en twijfelt hij aan alles. Hij doet wel alsof hij accepteert wat iemand hem zegt, maar in zijn binnenste twijfelt hij. Zo kan men meemaken dat iemand een taak heeft geaccepteerd en vervolgens die toch niet uitvoert, in overeenstemming met het spreekwoord:

Het feit iets te aanvaarden verhindert niet dat men kan ontkennen wat men wil ontkennen. Liegen doen ze niet .... ze zeggen juist niet de waarheid uit eigen belang!


Houding tegenover de vreemdeling

rwanda_batwas
rwanda_batwas
rwanda_batwavrouw

In zijn relatie tot de vreemdeling wordt de omzichtigheid in de omgang ten top gevoerd. Om de vreemdeling hangt altijd een zekere waas van geheimzinnigheid: enerzijds is hij gevaarlijk door het simpele feit dat hij een vreemdeling is, maar anderzijds is hij ook zwak, omdat natuurlijk niemand ter wereld net zo slim is als een Rwandees, zeggen de studenten met de nodige ironie. Rwandezen vinden dat geen enkele volk hen in slimheid overtreft , want die slimheid is voor hen gewoon een vereiste van de complexe tussen persoonlijke relaties in hun samenleving.


In deze optiek is de vreemdeling altijd in het nadeel in zijn relatie met de Rwandees : de Europeaan mag dan op technisch en economisch gebied de sterkere zijn, en daar zal de Rwandees dan ook graag gebruik van maken, maar in tussenmenselijke relaties is hij bepaald de zwakkere partij. De Rwandees heeft een sterke nationale trots en gevoel van meerderwaardigheid, die hem zich verheven doet voelen boven elke buitenlander; in feite minacht hij alles wat niet Rwandees is.


In dit opzicht, lijkt mij, aan de Rwandees niets menselijks vreemd. Mutatis mutandis kan ook van de Europeaan gezegd worden dat hij nogal een sterk gevoel van superioriteit heeft,

met name in de relatie tot de Afrikaan. Correlaat daaraan gaat hij er, onbewust (?) van uit dat de Rwandees dan wel een gevoel van inferioriteit zal hebben tegenover de Europeaan en zich zijn mindere zal voelen. Die indruk kan nog versterkt worden door de houding van de Rwandees, die de Europeaan  geïnterpreteerd wordt als uiting van onderdanigheid en inferioriteit. Echter geheel ten onrechte. Laat men zich niet vergissen: die houding is eerder een uiting van het tegendeel, van voorzichtigheid en waakzaamheid. Vriendelijkheid van de Rwandees komt bij ons altijd goed over, wekt sympathie en vertrouwen en nodigt uit tot mededeelzaamheid.


In de Rwandese contacten moet je echter mee rekenen dat het tevens een uiting is van voorzichtigheid, van afwachten, van reserve, zoal niet van wantrouwen: men wil eerst weten wat de vreemdeling beoogt met zijn toenadering; maar dat komt niet in mindering op de oprechtheid van de vriendelijkheid. Tegenover een meerdere of een blanke, zeggen de studenten , zal een Rwandees zich altijd gedragen als een engel; met zijn hele houding zal hij de vreemdeling vleien om zijn gunst te winnen. Ze onderstrepen nogmaals dat de Rwandezen een gecompliceerd volk zijn , dat voor vreemdelingen onbegrijpelijk is en blijft: alles speelt zich bij hen af onder de oppervlakte; zo voor het oog dragen ze een masker van kalmte en onbewogenheid, maar binnenin hen kookt en kolkt het .

kivu_jongenkanoda